zondag 20 juni 2010

Message to Goldie

For we wish to be happy.
We hope for redemption.
We dream of being famous, recognized by the ones we adore.

We must ask ourself one question:
Is it worth all the suffering we must face?

Perhaps the end of time will tell us.
Perhaps the answer is already known.
Perhaps it lays at our feet.

But what if we'll never know?
Will it hold us down, or will we be able to let things go and let time fly?

Let me know when you found out.
I'd like to know 'cause I'm lost.

zaterdag 19 juni 2010

Ik noem het vrijheid

De seconden tikken weg in dit late uur.

Eenzaamheid dwingt me om te luisteren naar dat hemelse getik.

Het is donker nu. Ik wacht op wat komen zal; Muren zullen gesloopt worden, dromen aan diggelen geslagen en vriendschappen verbroken.

En dat alles in een handomdraai, gevraagd door De Liefde. In naam van De Liefde.

Het is donker nu, en ik wacht, ik wacht op wat nooit komen zal.

Eenzaamheid is een schitterend woord.

Master of disguise.

Misschien ben ik wel anders dan je denkt.
Misschien ben ik niet zo gelukkig als ik lijk.
Misschien is de vrijheid die jij me nu geeft te veel voor me. Te veel en toch te weinig.
Misschien wil ik niet vrij zijn, maar met handen en voeten gebonden aan jou?

Die gedachten kruisen mijn pad elke keer opnieuw.

Ik weet wie ik ben. Ik weet hoe ik ben. Ik wil vrij zijn, vrij als een vogel.

Waarom mis ik je dan zo?
Ik weet het niet meer.

zaterdag 29 augustus 2009

Slideshow Part V

Seppe was wat je noemde een probleemkind, hij had geen ouders, geen familie, hij woonde helemaal alleen in zijn huisje, nu ja, alleen. Er was zo goed als altijd wel iemand in huis. Seppe was een beroemdheid in het drugsmilieu. Hij maakte nooit problemen en hij kwam ze ook nooit tegen. Althans, dat dacht iedereen, ik wist wel beter, Seppe had woedeaanvallen. Zware woedeaanvallen. Gelukkig voor ons, zijn vrienden, kreeg hij die nooit tegen ons. Nee, Seppe was een zware voorstander van “zinloos geweld”. Keek je hem vuil of te lang aan? Dan sloeg hij je gewoon in elkaar, als hij niet zo’n zware junk was kon hij gemakkelijk kampioen kickboksen zijn.

En nu genoeg gezeverd, je wou toch mijn levensverhaal horen?

donderdag 27 augustus 2009

Slideshow Part IV

Ik belde Sam. Zij had het al gehoord, het nieuws ging rond als een lopend vuurtje, ik vroeg, nee, ik smeekte haar om langs te komen. Ik had haar nodig. Ze had geen tijd zei ze. Nu ik erover nadenk kan het ook zijn dat dit het moment is geweest waar het misging. Enkele verwensingen later was ik één vriendin armer. Het kon me allemaal niets meer schelen. Ik nam een beslissing, dé beslissing eigenlijk, ik nam wat kleren samen, nam alles mee wat een beetje waardevol was en dat ik volgens mezelf tot mijn bezit kon rekenen en ik vertrok, ik kruiste zowat iedereen van mijn familie in de keuken, iedereen zweeg, niemand keek me aan, niemand hield me tegen. Ik nam mijn brommer en ik vertrok met de noorderzon. Alhoewel, een paar blokken verder stopte ik weer. Ik belde aan bij een huis en Seppe deed open, Seppe was een jongen van weinig woorden, twintig jaar ongeveer, waarschijnlijk iets jonger. Als je iets nodig had om je zinnen te verzetten kon je bij hem terecht, dat wist iedereen, zelfs de politie. Toen hij me zag wist hij het meteen. Hij zei niets, vroeg niets, hij gaf me gewoon een joint en ik kon aan de slag, ik zette me in zijn tuintje en pas nadat de joint op was sprak hij voor het eerst, hij zei maar één woord: Hoelang? Ik haalde mijn schouders op. Seppe knikte en glimlachte flauw. Op hem kon ik tenminste rekenen…

Slideshow Part III

Ik geloofde het niet, ik snapte het niet, ik schreeuwde tegen de verplegers waarom ze in godsnaam mijn vader niet probeerden te reanimeren. Ik begreep het niet.Vader was al lang dood geweest toen mijn moeder hem vond, wist ik veel. Ik was te laat. Het was mijn schuld zei mijn moeder, mijn bloedeigen moeder beschuldigde me ervan medeplichtig te zijn aan de dood van vader. Ik had maar niet zo lang moeten staan kussen met Sam. Als je me nu zou vragen waar het misging kan ik het je oprecht zeggen; daar, op die moment, op die dag, dáár ging het mis, daar waar mijn moeder me uitschold. Dat was geloof ik het laatste wat ik nog weet van die dag, de rest is een roes. Ik verbergde me op mijn kamer, hoewel ik daar niet echt veel moeite voor moest doen, niemand kwam me halen, niemand nam me vast om te zeggen dat alles goed kwam, ik was zestien en er was niemand.

Slideshow Part II

Mijn leventje was perfect, een liefhebbende vader, idem moeder, een zus en een broer waarmee ik meer overhoop lag dan wat anders, een heleboel “vrienden”. Ja, ik was gelukkig.
Tot op die ene al even perfecte woensdag, samen met Sam ging ik zoals elke woensdag huiswaarts, toen ik afscheid nam van Sam voelde ik me nog steeds gelukkig, Sam was mijn vriendin, mijn vaste vriendin, mijn beste vriendin. Noem het zoals je wilt, we hielden van elkaar, ik hou nog steeds van haar, dat moet ik mezelf niet eens wijsmaken om het te geloven…
Toen ik mijn straat insloeg was ik me nog steeds van geen kwaad bewust. Tot ik de ziekenwagen zag staan. Ietwat ongerust ging ik dichterbij, met in mijn hoofd de gedachte: “het zal wel bij de buren zijn”
Niets was minder waar, ik zag mijn vader op de brancard liggen, de ambulanciers legden net die befaamde witte doek over zijn gezicht, ik begon te rennen. Mijn broer kwam op me af en hield me tegen, maar ik wilde niet tegengehouden worden, ik rukte me los en spurtte naar vader. De ambulancier hield me op zijn beurt tegen en zei me dat het te laat was, vader had een infarct gehad.